Train jouw voeten.

Laten we beginnen met een korte test.

 

Ga eens op blote voeten staan. Til één voet van de grond. Houd je nergens aan vast. Probeer nu jouw hiel van de grond te tillen, zodanig dat je op de basis van je tenen eindigt. Probeer eens 10 herhalingen van deze oefening achter elkaar te voltooien.

 

Als je dat niet lukt, of je de oefening niet op jouw grote teen eindigt, maar de neiging hebt steun te zoeken op jouw kleine tenen, wil je verder lezen. 

 

Het belang van de voeten tijdens het hardlopen: fundament van efficiëntie, stabiliteit en blessurepreventie

De menselijke voet is een biomechanisch hoogstandje. Geen enkel ander onderdeel van het bewegingsapparaat combineert zoveel mobiliteit, stabiliteit en schokdemping in één compacte structuur. Met 26 botten, 33 gewrichten, meer dan 100 ligamenten en ruim 20 spieren vormt de voet de eerste schakel van de kinetische keten die het hardlopen mogelijk maakt. Elke stap die een hardloper zet, genereert krachten van 2 tot 3 keer het lichaamsgewicht. De manier waarop de voet deze krachten opvangt, verdeelt en vervolgens omzet in voortstuwingsenergie, bepaalt de loopefficiëntie én de kans op blessures — lokaal in de voet, maar ook hogerop in de keten, zoals bij knie en heup.

 

Een goed begrip van de anatomie, biomechanica en functie van de voet is daarom essentieel voor iedereen die zich bezighoudt met hardlopen.

 

De voet als dynamisch systeem: anatomie en spierfunctie

De voet is geen rigide structuur, maar een dynamisch systeem dat constant aanpast aan de krachten en ondergrond. Om dat mogelijk te maken werken spieren, pezen en gewrichten in nauwe coördinatie. Deze kunnen grofweg worden onderverdeeld in intrinsieke en extrinsieke spieren.

 

Extrinsieke spieren van het onderbeen

De extrinsieke voetspieren ontspringen in het onderbeen en hechten aan op de voet. Ze leveren de “grote” bewegingen zoals dorsaal- en plantairflexie en controle tijdens de afwikkeling.

  • M. tibialis anterior: zorgt voor dorsaalflexie van de enkel en speelt een belangrijke rol in het gecontroleerd neerkomen van de voet tijdens de landingsfase.
  • M. gastrocnemius en m. soleus (samen de triceps surae): genereren de plantairflexie tijdens de afzet. Via de achillespees leveren zij de grootste bijdrage aan de voortstuwing.
  • M. tibialis posterior: cruciaal voor het ondersteunen van de mediale lengteboog. Excentrische controle van deze spier voorkomt overmatige pronatie.
  • M. peroneus longus en brevis: stabiliseren de laterale enkel en ondersteunen de transversale voetboog door hun schuine looplijn onder de voet.

 

Deze spieren functioneren niet los van elkaar, maar in synergie. De tibialis posterior en peroneus longus vormen bijvoorbeeld een “stirrup” (beugel) die samenwerkt om de middenvoet te stabiliseren tijdens de overgang van schokabsorptie naar afzet.

 

Intrinsieke voetspieren

De intrinsieke spieren bevinden zich volledig in de voet zelf en zijn kleiner, maar van groot functioneel belang. Ze controleren de positie van de tenen, ondersteunen de voetbogen en dragen bij aan de fine-tuning van stabiliteit. Belangrijke intrinsieke spieren zijn onder meer:

  • Abductor hallucis
  • Flexor hallucis brevis
  • Flexor digitorum brevis
  • Quadratus plantae
  • Interossei en lumbricales pedis

Hoewel ze zelden expliciet worden getraind, zorgen deze kleine spieren ervoor dat de voet zich kan aanpassen aan onregelmatige ondergronden en dat de voetboog actief wordt ondersteund. Verminderde activiteit of vermoeidheid in deze spieren leidt tot een verlies van booghoogte en instabiliteit tijdens het lopen.

 

De architectuur van de voet: bogen en het windlass-mechanisme

De voet kent drie bogen die samen een veersysteem vormen:

  1. De mediale lengteboog (van hiel tot grote teen)
  2. De laterale lengteboog (van hiel tot kleine teen)
  3. De dwarse of transversale boog (over de middenvoet en voorvoet)

 

De mediale lengteboog is de belangrijkste voor energieopslag en schokabsorptie. Tijdens de landingsfase wordt deze boog tijdelijk vlakker, waardoor elastische energie wordt opgeslagen in de plantar fascia en ligamenten. In de afzetfase komt deze energie vrij.

 

Het windlass-mechanisme

Het zogeheten windlass-mechanisme (Hicks, 1954) is essentieel voor het begrijpen van de voet als energie-opslag en -teruggeefstructuur.
Wanneer de grote teen (hallux) tijdens de afzet dorsaal geflecteerd wordt, wikkelt de fascia plantaris zich als een kabel om het MTP-gewricht. Dit verhoogt de spanning in de fascia, waardoor de afstand tussen hiel en voorvoet kleiner wordt en de voetboog stijver. 
Het gevolg: de voet transformeert van een flexibele schokdemper in een rigide hefboom — precies op het moment dat maximale kracht nodig is voor voortstuwing. Een goed functionerend windlass-mechanisme is daarom essentieel voor efficiënt hardlopen. Wanneer dit mechanisme verstoord is (bijvoorbeeld door beperkte halluxdorsaalflexie of zwakke intrinsieke voetspieren), gaat er energie verloren in de afzet, stijgt de belasting op de fascia plantaris en neemt het blessurerisico toe.

 

De voet als “mobile adapter” en “rigid lever”

Tijdens de loopcyclus vervult de voet twee tegengestelde functies:

  1. Mobile adapter – Tijdens landing en midstance moet de voet zich aanpassen aan de ondergrond en krachten kunnen absorberen.
    Dit gebeurt via subtalaire pronatie, waarbij het hielbeen naar binnen kantelt en de voetbogen tijdelijk platter worden.
    De spieren (vooral tibialis posterior en peronei) werken excentrisch om deze pronatie te controleren.
  2. Rigid lever – Tijdens de propulsie-fase verandert de voet via subtalaire supinatie in een stijve structuur.
    Hierdoor kan de kracht van de kuitspieren efficiënt via de achillespees worden overgedragen op de voorvoet voor de afzet.

 

Een optimale hardlooptechniek vereist een vloeiende overgang tussen deze twee functies. Wanneer pronatie te vroeg, te veel of te lang aanhoudt, blijft de voet te flexibel — waardoor energie verloren gaat en de knie en heup ongunstig belast worden. Omgekeerd kan te stijve supinatie leiden tot slechte schokabsorptie en overbelasting van pezen en gewrichten.

 

De voet als basis van de kinetische keten

De voet vormt de eerste schakel van de “kinetische keten”: een opeenvolging van gewrichten en segmenten (voet – enkel – knie – heup – bekken – romp). Wat er in de voet gebeurt, heeft directe gevolgen voor de rest van de keten.

 

Lokale klachten

Een slecht functionerende voet leidt vaak tot lokale overbelasting, waaronder:

  • Plantaire fasciitis: vaak gevolg van zwakke intrinsieke spieren of falend windlass-mechanisme.
  • Metatarsalgie: door verkeerde drukverdeling of beperkte dorsaalflexie van de hallux.
  • Achillespeesklachten: ontstaan vaak bij overmatige pronatie of beperkte enkelmobiliteit.
  • Shin splints: ontstaan vaak bij overmatige pronatie en disbalans onderbeenspierenl.

 

Knie- en heupklachten

De voet beïnvloedt direct de rotatie van het onderbeen. Overmatige pronatie gaat gepaard met interne rotatie van de tibia en kan leiden tot een valguspositie van de knie. Dit vergroot de compressie op het patellofemorale gewricht, wat typisch geassocieerd wordt met het patellofemoraal pijnsyndroom (“runner’s knee”). Daarnaast leidt de veranderde rotatie van het onderbeen tot compensaties in de heup: vaak overmatige interne rotatie of adductie. Dit verhoogt de belasting op de gluteus medius en het iliotibiaal band (ITB)-complex, wat klachten kan veroorzaken ter hoogte van de heup of laterale knie. Ook lage rug klachten kunnen hun oorsprong hebben in asymmetrische voetstand of stijfheid, die de bekkenstand beïnvloedt.

 

Kortom: een disfunctionele voet is zelden een geïsoleerd probleem — het werkt opwaarts door de hele keten.

 

Wetenschappelijke onderbouwing

De relatie tussen voetfunctie en blessurevrij hardlopen is goed gedocumenteerd in de literatuur. Zo stellen Kelly et al. dat een versterking van intrinsieke voetspieren de voetbooghoogte verhoogt en overpronatie vermindert.Kelly et al. (British Journal of Sports Medicine, 2014). Sterke voetbogen verbeteren schokabsorptie en verminderen kniebelasting. Aldus Ridge et al. (Journal of Foot and Ankle Research 2019). Als je fysiek in staat bent tot een midvoetslanding, verlaagt dat de piekkrachten op het kniegewircht, volgens Kulmala et al. (Medicine & Science in Sports & Exercise, 2013). McKeon & Fourchet (Journal of Athletic Training, 2015) benadrukken de rol van neuromusculaire controle van de voet bij het voorkomen van hardloopblessures. Ook de relatie tussen spierkracht en -volume van de intrinsieke voetspieren en bepaalde hardloopblessures is beschreven (Journal of Science and Medicine in Sport, 2022).

 

De wetenschappelijke consensus is duidelijk: een sterke, responsieve voet is een voorwaarde voor efficiënte, blessurevrije loopbewegingen.

 

Praktische implicaties voor hardlopers: wat kun je doen?

 

Looptechniek en schoeisel

De keuze van landingstype (hiel-, mid- of voorvoetlanding) beïnvloedt de belasting op de voetstructuren. Een lichte midvoetlanding blijkt vaak het gunstigst voor het combineren van schokabsorptie en efficiëntie. Daarnaast helpt een geleidelijke transitie naar of het regelmatig gebruik van minimalistische of natural running schoenen de intrinsieke voetspieren te activeren — mits dit gecontroleerd en progressief gebeurt. In de huidige tijd van carbonplaten en maximaal foam is dit misschien een tegendraads standpunt. Maar juist die carbonplaat en foam zorgen ervoor dat de voet zijn oorspronkelijke functie niet kan uitvoeren en je zelf het gevoel met de grond verliest. Ontegenzeggelijk zijn carbonschoenen snel, maar gebruik ze spaarzaam om luie voeten te voorkomen.

 

Belang van proprioceptie en neuromusculaire controle

De voet bevat een hoge dichtheid aan sensoren (mechanoreceptoren) die informatie geven over druk, rek en stand. Deze proprioceptieve input is cruciaal voor balans en loopefficiëntie. Regelmatig trainen zonder schoenen (bijvoorbeeld op een voetbalveld), op instabiele ondergronden (ga de trails op!) of met gecontroleerde balansbewegingen helpt deze functie te verbeteren.

 

Vijf oefeningen om de voetfunctie bij hardlopen te verbeteren

Een sterke, goed geïntegreerde voet vereist gerichte training. Onderstaande oefeningen richten zich op kracht, controle, en het herstellen van de natuurlijke voetfunctie.

 

1. Short Foot Exercise (“Voetboogactivering”)

Doel: Versterken van de intrinsieke voetspieren en verbeteren van actieve boogcontrole.

Uitvoering:

  1. Sta rechtop met blote voeten.
  2. Trek de bal van de voet licht naar de hiel, zonder de tenen te krullen.
  3. Houd 5 seconden vast, ontspan en herhaal 10–15 keer per voet.
  4. Voer eerst zittend, daarna staand en dynamisch uit.

Effect:
Verhoogt de activiteit van de abductor hallucis en flexor digitorum brevis (Jung et al., 2011), verbetert booghoogte en stabiliteit.

 

2. Calf Raises / Heel drops (met hallux focus)

Doel: Versterken van de afzetspieren en optimaliseren van het windlass-mechanisme.

Uitvoering:

  1. Sta met de voorvoeten op een verhoging (traptrede).
  2. Druk actief de grote teen in de grond.
  3. Hef de hielen langzaam op, houd boven even vast, en laat gecontroleerd zakken tot onder de traptrede.
  4. 3 sets van 12–15 herhalingen.

Effect:
Versterkt m. gastrocnemiusm. soleus en m. flexor hallucis longus (en verbetert de coördinatie tussen hallux en fascia plantaris).

 

3. Barefoot Balance met pronatie-supinatie controle

Doel: Verbeteren van proprioceptie, stabiliteit en dynamische voetcontrole.

Uitvoering:

  1. Sta op één been, met blote voet.
  2. Zorg voor actief contact met de grond van de (basis) grote teen en (basis) kleine teen gedurende de oefening.
  3. Beweeg gecontroleerd van lichte pronatie naar lichte supinatie.
  4. Voeg een dynamisch slingerend been toe (extensie = probatie, flexie = supinatie) toe zodra stabiliteit toeneemt of zorg voor een licht geheven hiel gedurende de oefening.
  5. 3×30 seconden per zijde.

Effect:
Verhoogt de neuromusculaire coördinatie van enkel en voet, en bevordert soepele overgang tussen “mobile adapter” en “rigid lever”.

 

4. Two Toe Heel Raise

Doel: Verbeteren van balans tussen de mediale en laterale voetbelasting en versterken van de boogstabiliteit.

Uitvoering:

  1. Sta dwars op een traptrede (bij voorkeur de onderste), met slechts twee tenen (grote en tweede teen) op de rand en de overige drie tenen vrijhangend. Binnenste been til je op. Je mag jezelf licht ondersteunen.
  2. Houd je balans en hef langzaam je hiel omhoog — je voelt dat de binnenzijde van de voet (mediale boog) harder moet werken.
  3. Laat gecontroleerd zakken tot net op de traptrede.
  4. Herhaal 10–12 keer, 3 sets.

Effect:
Activeert selectief de m. tibialis posteriorabductor hallucis en flexor hallucis longus, verbetert het windlass-mechanisme en versterkt de mediale voetboog. Deze oefening is bijzonder effectief bij lopers met overpronatie of instabiele enkels.

 

5. Single leg deadlift

Doel: Versterken van de onderbeen- en voetstabiliserende spieren, verbeteren van balans, proprioceptie en coördinatie in de gehele achterste kinetische keten. Deze oefening activeert specifiek de extrinsieke voet- en onderbeenspieren zoals tibialis posteriorperoneigastrocnemius en soleus, terwijl de intrinsieke voetspieren mede bijdragen aan stabiliteit.

Uitvoering:

  1. Sta rechtop op één been, lichte buiging in de knie van het standbeen.

  2. Houd een neutrale rug of lichte extensie en span de core licht aan.

  3. Buig vanuit de heupen naar voren terwijl het vrije been achter je omhoog gaat, tot romp en vrije been bijna parallel zijn aan de grond.

  4. Houd de voet van het standbeen stevig in contact met de grond, focus op gecontroleerde beweging.

  5. Kom langzaam terug naar startpositie.

  6. Voer 8–12 herhalingen uit per been, 2–3 sets.

Effect:

Versterkt de stabiliteit van de enkel en voetboog door actieve betrokkenheid van tibialis posterior en peronei en stimuleert intrinsieke voetspieren voor balans tijdens dynamische belasting. Verbetert kracht en controle in de achterste keten (kuit, hamstrings, gluteus), wat de efficiëntie van de afzet en de loopcyclus bevordert en het risico op overbelasting vermindert.

 

Integratie van voetfunctie in het hardlopen

Een voet die goed functioneert, werkt niet geïsoleerd, maar in harmonie met de rest van het lichaam. Tijdens de loopcyclus werkt het onderbeen als een torsiesysteem: de voet pronatie controleert de rotatie van de tibia, wat op zijn beurt de positie van de knie en heup beïnvloedt. Tegelijkertijd bepaald de supinatie stand van de voet de mate waarin de heup (mn. bilspieren) zijn functie tijdens de afzet kan uitoefenen. Door regelmatig voetgerichte oefeningen te integreren in de training, kunnen hardlopers:

  • de efficiëntie van hun afzet verbeteren,
  • krachten beter verdelen over de keten,
  • en het risico op terugkerende blessures (zoals shin splints, patellofemoraal pijnsyndroom of heupklachten) verminderen.

 

Veel hardlopers focussen vooral op heupstabiliteit of corekracht, maar vergeten het fundament: een sterke, beweeglijke en proprioceptief actieve voet.

 

Voorkom luie voeten en loop lichter en krachtiger!

De voet is veel meer dan een passieve structuur die het lichaam draagt; het is een actief en veerkrachtig systeem dat krachten opvangt, opslaat en omzet in beweging. Tijdens het hardlopen vervult de voet een dubbele rol: flexibel bij de landing, rigide bij de afzet. Een disbalans of zwakte in deze mechanismen werkt door tot in knie, heup en zelfs rug. Daarom is het versterken van de voetspieren, het verbeteren van proprioceptie en het optimaliseren van voetafwikkeling essentieel voor elke hardloper — van beginner tot elitelopers. Door regelmatig op blote voeten te lopen, de trails op te gaan en oefeningen zoals de Short FootCalf RaiseBarefoot Balance, de Two Toe Heel Raise en Single leg deadlift kan de voet weer functioneren zoals bedoeld is: als krachtig, veerkrachtig fundament van de menselijke beweging.

Vorige 

Ritme

Volgende

Drempels


Nog niet overtuigd, heb je een vraag of heb je misschien een ander voorstel voor begeleiding? Neem contact met mij op.


Hardloopcoaching. Personal running coach. Hardloopbegeleiding op maat. Hardloop coaching. Hardloopcoach. Marathonbegeleiding. Schema marathon.

Let's Go Running!

René Koolwijk

rene@letsgorunning.nl

WAGENINGEN  |  AMSTERDAM  |  NAARDEN  |  DEN HAAG

BTW: NL002114327B08 | KVK: 66166284