Jouw Peter Pan Moment


Het is herfst. Naast kortere dagen en vallende bladeren betekent dat ook dat het marathonseizoen aanstaande is. Veel lopers hebben maanden getraind om binnenkort het beste en uiterste van zichzelf te vragen tijdens een hele of halve marathon of tijdens een andere wedstrijd. 

 

Misschien ben jij daar ook één van. Ik ga ervan uit dat je de afgelopen weken de puntjes op de i hebt gezet of aan het zetten bent. Een zorgvuldige voorbereiding met opbouw van trainingsvolume, op het juiste moment de juiste intensiteit, voldoende rust. Je hebt lange duurlopen voltooid, geoefend met eten en drinken onderweg en je wedstrijdtempo kun je dromen dankzij de vele blokjes die je op dat tempo in training hebt gelopen. Bovendien weet je precies wat je moet doen tijdens de taper.

 

Je hebt aan alles gedacht, toch?

 

Waarschijnlijk niet.

 

Want waar denk jij aan als je loopt? Heb je daar wel eens bij stilgestaan? Waar denk je aan tijdens een wedstrijd of training? En waar ga je straks aan denken tijdens het lopen van jouw marathon? 

 

Wat je bezighoudt of waar jij aan denkt tijdens een inspanning, bepaalt voor een groot deel jouw succes. Hoe zit dat?

 

Lopers denken aan van alles: aan de afgelegde afstand of die nog te gaan is, aan hun gemiddelde snelheid, aan hun pasfrequentie, maar ook aan hun omgeving, waar ze lopen, de route die ze nog moeten afleggen, of aan de boodschappen, het avondeten, hun werk of dat feestje waar ze morgen naartoe gaan.

 

Aandacht of gedachten kunnen zowel associatief als dissociatief zijn, en een interne en externe focus hebben. Als een loper tijdens het lopen bezig is met bijvoorbeeld zijn ademhaling, spiercontracties of zijn hartslag, dan zijn de gedachten associatief, direct gerelateerd aan de fysieke taak. Een loper kan deze gedachten ook blokkeren door een andere taak centraal te stellen. Dit is dan een dissociatieve strategie. Interne focus ziet op de loper zelf, terwijl een externe focus gericht is op de omgeving of anderen. Er zijn dus vier gedachtenstrategieën te onderscheiden: associatief-intern (spiercontracties), associatief-extern (snelheid), dissociatief-intern (afleiding door mentale puzzel), dissociatief-extern (afleiding door een film of beeld).

 

Er is veel onderzoek gedaan naar de vraag hoe het veranderen van aandacht en gedachten prestaties en gevoelens van vermoeidheid beïnvloedt. Recent onderzoek uit 2021 toont aan dat een dissociatieve(-externe) focus de beste gedachtenstrategie is tijdens het lopen. Van de vier te kiezen strategieën, leidt deze tot een verminderd gevoel van vermoeidheid en de beste loopeconomie. Denk dus niet aan de lengte van de wedstrijd of de zware benen die je onvermijdelijk zult gaan voelen, maar leg de focus buiten jezelf en weg van de fysieke taak.

 

Om Peter Pan te quoten:

 

“Denk aan een prettig moment. 

Aan de (gekke) mensen die je kent.

Plekken waar je veel om geeft, 

dingen die je hebt beleefd.

Hoe dol je op iets bent.

En je zweeft! En je zweeft! En je zweeft!”

 

Ontwikkel alvast jouw gedachtenstrategie voor de momenten waarop je het zwaar hebt of krijgt tijdens jouw volgende wedstrijd of training. Dat moment waarop je denkt dat je jouw tempo niet meer kunt blijven ontwikkelen. Denk dan aan jouw Peter Pan Moment. 

 

En je zweeft!

 

Volgende

Mitochondria: de sleutel tot succes




Nog niet overtuigd, heb je een vraag of heb je misschien een ander voorstel voor begeleiding? Neem contact met mij op.


Let's Go Running!

René Koolwijk

rene@letsgorunning.nl

AMSTERDAM | RHENEN | WAGENINGEN

BTW: NL002114327B08 | KVK: 66166284